Op donderdag 26 juni gaven wij, samen met de gemeente Den Haag, de workshop ‘Inburgering over grenzen: samenwerken voor succes’, tijdens het Divosa voorjaarscongres in Heerlen. Aan de hand van twee stellingen gingen we, vanuit de perspectieven van gemeenten, maatschappelijke organisaties en taalaanbieders, met elkaar in gesprek. Hoe draagt integrale samenwerking bij aan een betere balans tussen taalverwerving en participatie binnen de Wet Inburgering 2021? En in hoeverre zijn duidelijke kaders nodig om succes te behalen?
Taal en participatie
Over de eerste stelling, ‘Participatie zou ook binnen de B1-route verplicht moeten zijn’, liepen de meningen uiteen. Verplichte participatie leidt volgens de een tot meer balans in de inburgering. De focus ligt nu te veel op taal, terwijl inburgeren zoveel meer is dan alleen het leren van de taal. Daarentegen wordt ook gezien dat het behalen van B1-niveau binnen drie jaar al lastig is, zelfs zonder deze verplichting. Wat wel breed werd gedeeld, is het belang van maatwerk, waarbij de inburgeraar centraal staat. Of er nu sprake is van een participatieverplichting of niet, samenwerking moet beter afgestemd worden op de individuele behoeften van de inburgeraar.
Een betere afstemming van de randvoorwaarden tussen gemeenten, maatschappelijke organisaties en taalaanbieders moet leiden tot een betere uitvoering van het participatie component. Dit begint bij de vormgeving van de aanbesteding, waar per regio andere uitdagingen spelen (zoals wachtlijsten bij kinderopvang, gebrek aan openbaar vervoer en docententekort). Door nauwer samen te werken en gezamenlijk naar oplossingen te zoeken, kunnen deze obstakels worden aangepakt. Zo kunnen problemen met vervoer bijvoorbeeld worden ondervangen door taallessen op locatie bij maatschappelijke organisaties aan te bieden.
Kaders
Over de tweede stelling ‘Het uitblijven van kaders en een Keurmerk voor duale trajecten (z-route), zorgt dat het participatie component onvoldoende benut wordt.’ spraken de deelnemers vanuit het perspectief van de ander. Dit leverde nieuwe inzichten en meer onderling begrip op.
Uit de gesprekken bleek dat de wildgroei aan kaders bij gemeenten en de verschillen daartussen voor taalaanbieders en maatschappelijke organisaties belemmerend werken bij de inschrijving op aanbestedingen en de uitvoering van opdrachten – zeker wanneer zij in meerdere regio’s actief zijn. Uniforme kaders kunnen zorgen voor meer duidelijkheid voor alle betrokken partijen. Een keurmerk kan daarbij helpen, mits dit goed aansluit op de behoefte aan maatwerk.
Gemeenten vragen zich af waarom er kwaliteitsverschillen zijn tussen uitvoerders, terwijl alle taalaanbieders het Keurmerk Inburgeren bezitten. Dit keurmerk toetst momenteel alleen de kwaliteit van het inburgeringsonderwijs, niet de samenwerking tussen partijen of de aanvullende kaders die gemeenten stellen. Voor maatschappelijke organisaties die het participatie component aanbieden is geen (uniform) keurmerk vereist. Er is behoefte aan het delen van ‘lessons learned’ uit het lerende stelsel van de WI2021, voordat er definitieve conclusies worden getrokken. Het delen van succesvolle aanpakken kan helpen bij het opstellen van werkbare, uniforme kaders.
Wat ons betreft een inspirerende workshop met waardevolle bijdragen en inzichten over een thema waar wij nog niet over uitgesproken zijn.
Bent u betrokken bij duale trajecten en loopt u tegen knelpunten aan? Wij horen graag uw ervaringen om samen tot duurzame oplossingen te komen. U kunt contact met ons opnemen via servicedesk@blikopwerk.nl of 030 291 60 25.
Niets missen over dit onderwerp? Volg ons op onze Linkedin-pagina’s: